DE TIJD IS GEKOMEN.

Sessie 17 van 13 december 2017 – Origineel Nederlands/Engels.

Proloog Wivine :

 ik plaats dit om mijn website omdat het iets is waar ik al jaren mee kamp. Ik ben opgegroeid in een blanke europese gemeenschap met dat rassenidee. Ik ben geboren na de 2de wereldoorlog in 1952 in België waar niemand van de ouders of grootouders nog wensten te spreken over de horrors van de oorlog en de nazistische vernietigingskampen.

Nazis met al hun gedachtengoed zult u over gans de wereld vinden, zelfs onder andere benamingen en volkeren. Wat ik daarmee bedoel is dat het geen typische duitse uitvinding is : het is een “gedachten-vorm” die elders eeuwen geleden is ontstaan en die nog altijd blijft voortleven overal waar ze een goede voedingsbodem vindt. De duitse economische crisis na de 1rste wereldoorlog was zulk een ideale voedingsbodem.

De mensen die ik later tegenkwam die de kampen hadden overleefd wilden het liever vergeten en dat waren niet alleen joden. Ze hadden er nog nachtmerries van. Het waren geen Afrikanen die de Nazis vergast of vermoord hebben in Europa, die waren er praktisch niet in die tijd. Neen, ze zijn begonnen in 1933 met de eigen blanke bevolking te vergassen of op andere manieren te vermoorden: de zwakzinnigen, psychisch gestoorden, fysiek gehandikapten, landlopers, gypsies, homo’s en natuurlijk de politieke tegenstanders. De Joden kwamen in west-europa later aan de beurt in 1942,denk ik. Het oude Sovjet-Communistisch Rusland had iets gelijkaardigs gedaan met hun eigen bevolkingen. Daar had je ook een soort klassificatie die vooral politiek gericht was en anti-religieus. Zelfde in China en Cambodja. De Japanners hebben in China en Korea eenzelfde soort gruweldaden verricht als de Nazis in Europa, en ongeveer in dezelfde periode.

Tussen mijn 20-30jaren ging ik veel naar de bibliotheek. Ik was gek op wat men destijds para-psychologie, meta-fysica, studies over extra-sensoriële vermogens, enz noemde. Daar waren ook boeken over spiritisme. En dan waren er de “zieners” die zogezegd waarheden hadden doorgekregen van Hogerhand. Allen spraken over de volkeren der aarde in “rassen”. De midden rassen konden varieren maar er was altijd een constante : het blanke ras was het hoogst ontwikkelde op alle gebied en het zwarte ras was het allerlaagste op alle gebied.

Onze katholieke bijbel kende ik niet goed maar op alle prenten kon je zien dat Adam en Eva – de zogezegde 1ste mensen – waaruit alle andere mensen voortkwamen – blank waren met rood of hazelnoot kleurig haar en dat Jezus- de mensgeworden Goddelijke Zoon - ook blank was met zo’n kastanje rood-of bruine haarkleur. Een blonde Jezus met blauwe ogen is pas later gekomen, toen ik ouder werd.

Ondertussen ging de tijd voorbij, ben ik wat gaan reizen en kwam ik andere mensen tegen, andere culturen en religies. Dat idee dat de blanke mens supérieur was begon af te zwakken. Vooral toen ik begon te duiken in de geschiedenis achter de geschiedenis van de Europeanen. Europa was ooit ongeletterd en barbaars en ze hebben hun vroege wetenschappen gaan halen in Afrika, India en China. Mijn ogen werden nog meer opengetrokken toen ik Egypte bezocht en het Caïro museum. Later de Verenigde staten, Turkije en Marocco. Het is pas in Belize dat ik ben gaan leven tussen een diverse bevolking. Hier leven Maya’s, Chinezen, Koreanen, Menonieten (Noord-Europeanen), mensen van europees-Afrikaanse afkomst, van India en Hispanic van centraal amerika. Hier zijn ongeveer 5 talen in de omgang. Het Engels (britse kolonie) is de officiële voertaal en wordt het minst gesproken.

En wat viel mij als eerste op? Dat de Maya’s hier worden beschouwd als achterlijk door de heersende bevolking van Afrikaanse afkomst al dan niet gemengd. Sommigen gingen zelfs zo ver me te zeggen dat ik mij verlaagde door met Maya’s om te gaan. Toen ben ik even gaan zitten. Hier was ook een soort rassenverdeling maar niet met de “blanke” als nr 1. Dat betekende dat mensen in hoger en lager verdelen al dan niet gebaseerd op uiterlijke fysieke kenmerken een samenlevingsprobleem is. Het blijkt inherent te zijn aan de mens, gelijk welk uiterlijk hij heeft en waar hij zich bevindt. Er is een sterke en een zwakke. Eentje die heerst en eentje die dient en die die heerst beslist wie dient. Het is ook een manier om mensen tegen elkaar op te zetten. Daar zijn genoeg voorbeelden van en het eerste waar ik aan denk is België en Rwanda. Verdeel en heers : dat werkt altijd. Religie is ook zo iets waar men mensen mee tegen elkaar kan opzetten. Ook genoeg voorbeelden van.

Het 2de wat mij opviel was dat de mensen in Belize, zowel de Maya’s, de Creolen als de Hispanics geloofden dat een witte of bleke huidskleur belangrijk was voor status. Ze houden zelfs hun kleine kinderen uit de zon opdat ze niet zouden bruinen. Dat begreep ik niet. Dat een blanke een goed gedacht heeft van zijn eigen, dat heeft hij zichzelf al honderden jaren wijsgemaakt, maar dat gekleurden mensen met een normale huid die melanine bevat dat ook denken, dat kon niet zijn.

Het is in Belize dat ik het Urantia Boek in handen kreeg en daar verscheen weer die fameuze “door hemelse boodschappers doorgekregen” rassenverdeling met ditmaal het grootse blanke ras dat de meeste genetica had geerfd van de supermenselijke blanke Adam en Eva. Wow, wat zijn wij blanken toch door de hemelen bevoordeelt! We zijn niet alleen biologisch bevoordeelt, maar nu ook nog op geestelijk gebied! Wat streelt dat onze eigenwaarde, zeg. Wow, hoogmoed - de grootste boobytrap voor geestelijk vooruitgang en we trappen er middenin.

Ondertussen was ik wat gegroeid, en begon ik zwaar te twijfelen aan die rassen theorie en nog meer aan het bestaan van die grote, blonde Adam met zijn mooie blauwe ogen : het Noorse ideaalbeeld van het blanke ras. Ook twijfelde ik aan het idee van dat rode ras dat op de continenten van de Amerika’s in afzondering had geleefd en dus niet was geëvolueerd terwijl er helemaal geen roodhuiden daar geleefd hebben. Die term kwam van de eerste blanken die daar vochten tegen enkele lokale stammen die hun huid rood kleurden. Dat zwarte en bruine bevolkingen minderwaardig waren was ook al zo’n fabeltje en zo geen kleintje.

Ik wist al jaren dat dat gedoe en die klassering in rassen gebaseerd op een paar gelaatstrekken en huidskleur fout lag. Telkens als ik het tegenkwam in het U.B. gingen mijn haren recht staan. Mijn afkeer begon zo te groeien enkele jaren geleden dat ik het Urantia Boek zelfs niet meer wilde lezen. Toen hebben de Melchizedeks gevraagd om er toch mee verder te gaan totdat ik er al de geestelijke kennis had uitgehaald die ik nodig had en de rest zou later rechtgetrokken worden.

Ik was onlangs in het Urantia Boek aan het lezen op zoek naar wat ze vertelden over een wereldregering en die “rassen-uitspraken” die geen stand hielden kwamen weer aan bod. Ik begon zenuwachtig te worden. Daarbovenop kwam ik volgende zin tegen:

(818.4) 72:10.1  De wijze waarop dit volk tegen criminaliteit, krankzinnigheid en degeneratie optreedt, zal ofschoon zij de meeste Urantianen in sommige opzichten welgevallig zal zijn, anderen ongetwijfeld blijken tegen de borst te stuiten. Gewone misdadigers en de zwakzinnigen worden, naar geslacht, in verschillende landbouwkolonies ondergebracht en kunnen ruimschoots in eigen behoeften voorzien. De ernstige gevallen van recidivisme en de ongeneeslijk krankzinnigen worden door de rechtbanken veroordeeld tot de dood in gaskamers. Naast moord worden talrijke misdaden, waaronder schending van door de overheid geschonken vertrouwen, met de dood gestraft en de gerechtelijke bestraffing is zeker en snel. (-Wiv : en dat doen ze zogezegd op een andere planeet.)

Ik kreeg een elektrische schok – mijn gloeilampen sprongen en het licht viel uit. De maat was vol. Dit en dat rassengedoe kwam niet van de hogere geestelijke wereld, noch van God. Ik wist het, ik weet het en deze keer zwijg ik niet meer.Het is altijd hetzelfde met die Heilige Boeken : als geestelijk materiaal geopenbaard wordt en in handen komt van mensen die ze publiceren, dan wordt ermee geprutst opdat het zou overeenkomen met de gangbare sociale en politieke ideën van hun tijd. Misschien is het nu niet anders mogelijk voor de Hemelsen? Ik weet het niet.

Ik heb dan gezocht op het internet en ben uiteindelijk bij de antropologie, de biologie, de genetica, tot zelfs de cosmetica-genetica van de haren terechtgekomen. Ik heb voor twee amerikaanse artikelen gekozen die een goed algemeen beeld geven en de eeuwenoude “rassen-theorie” gebaseerd op een paar uiterlijke kenmerken weerleggen. Alsook de huidige gangbare genetische uitleg over het ontstaan van de blanke huidskleuren.

Ik leg ze u voor ter informatie.

 

HERKOMST VAN HET IDEE VAN RAS.

door Audrey Smedley - Anthropology Newsletter, November 1997.

Hedendaagse geleerden zijn het erover eens dat "ras" een recente uitvinding is en dat het in wezen een volksidee is, niet een product van wetenschappelijk onderzoek en ontdekking. Dit is niet nieuw voor antropologen. Sinds de jaren 1940, toen Ashley Montagu het gebruik van de term 'ras' in de wetenschap betwistte, heeft een groeiend aantal geleerden in veel disciplines verklaard dat de werkelijke betekenis van ras in de Amerikaanse samenleving te maken heeft met sociale realiteit, eerder dan met fysieke variaties in de menselijke soort. Ik beargumenteer hierna dat ras in de 18e eeuw werd geïnstitutionaliseerd als een wereldbeeld, een reeks cultureel gecreëerde attitudes en opvattingen over verschillen tussen mensen.

Slavernij en de komst van Afrikanen.

Ras en zijn ideologie over menselijke verschillen kwamen voort uit de context van Afrikaanse slavernij. Echter, veel mensen in de geschiedenis zijn tot slaaf gemaakt zonder het opleggen van raciale ideologie. Als we kijken naar het koloniale Amerika van de 17e eeuw vóór de wet die de slavernij legitimeerde enkel voor Afrikanen en hun nakomelingen (na 1660), worden verschillende feiten duidelijk.

1). De eerste mensen die de Engelsen tot slavernij hebben gebracht waren Ieren met wie ze sinds de 13e eeuw vijandige relaties hadden.

2) Sommige Engelsen hadden wetten voorgesteld om de armen in Engeland en in de koloniën te dwingen voor hen gedurende onbepaalde tijd te werken.

3) De meeste slaven op de Engelse plantages van Barbados en Jamaica waren Ieren en Indianen (lokale bevolkingen).

4) Veel historici wijzen erop dat Afrikaanse onderdanen en blanke onderdanen op dezelfde manier werden behandeld. Ze spanden zich vaak samen in om, zoals in het geval van Bacon's Rebellion (1676), zich te verzetten tegen de strenge en onderdrukkende wetten van de koloniale overheid.

In het laatste deel van de 17e eeuw groeide de vraag naar arbeid enorm. Het was duidelijk geworden dat noch Ieren noch Indianen goede slaven waren. Meer nog, de echte bedreigingen voor de sociale orde waren de arme, bevrijde blanken die landen en privileges eisten die de koloniale regeringen van de hoogste klasse weigerden. Sommige koloniale leiders voerden dan aan dat het zich wenden tot Afrikaanse arbeid een buffer zou bieden tegen de massa's arme blanken.

Tot de 18e eeuw was het beeld dat men had van de Afrikanen over het algemeen positief. Het waren boeren en veehouders; ze hadden industrieën, kunstnijverheid, overheden en handel. Bovendien hadden Afrikanen immuniteiten voor ziekten van de Oude Wereld. Ze waren betere arbeiders en konden nergens gaan vluchten eenmaal ze waren overgeplaatst naar de Nieuwe Wereld. Het kwam zelf zover dat de kolonisten gingen geloven dat ze niet zonder Afrikanen konden overleven.

Toen sommige Engelsen rechtstreeks aan slavenhandel gingen doen, werd het snel duidelijk dat een groot deel van het Engelse publiek zijn twijfels had over slavenhandel en het opnieuw creëren van slavernij op Engelse bodem. Het was een tijdperk waarin idealen van gelijkheid, rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten dominant werden in de Westerse politieke filosofie. De betrokkenen bij de handel rationaliseerden hun acties door te stellen dat Afrikanen tenslotte heidenen waren en dat het een christelijke plicht was om hun ziel te redden. In het begin van de 18e eeuw was deze instelling volledig gevestigd wat betrof Afrikanen en hun nakomelingen. Grote aantallen slaven overstroomden de zuidelijke koloniën en zelfs sommige noordelijke. Soms overschrijdde hun aantal de blanke bevolking waardoor de wetten die de slavernij regelden steeds strenger werden.

Een Nieuwe Sociale Identiteit.

Tegen het einde van de 18de eeuw begon het beeld van de Afrikanen dramatisch te veranderen. De belangrijkste katalysator voor deze transformatie was de opkomst van een krachtige anti-slavernijbeweging die zich uitbreidde en versterkte tijdens het Revolutionaire Tijdperk, zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Als gevolg hiervan vonden de voorstanders van slavernij het nodig om nieuwe argumenten te ontwikkelen om deze geïnstitutioneede instelling te verdedigen. Met het oog op fysieke verschillen, wendden ze zich tot de notie van de natuurlijke inferioriteit van Afrikanen vandaar hun door God gegeven geschiktheid voor slavernij. Dergelijke argumenten werden frequenter en schoner vanaf het einde van de achttiende eeuw en de karakterisering van Afrikanen werd alsmaar negatiever.

Vanaf hier zien we de structurering van de ideologische componenten van 'ras' tot leven komen. De term 'ras', een classificerende term zoals 'type' of 'soort', maar met een dubbelzinnige betekenis, werd in de achttiende eeuw op grotere schaal gebruikt en uitgekristalliseerd tot een duidelijke verwijzing voor Afrikanen, Indianen en Europeanen. Door zich te concentreren op de fysieke verschillen en de statusverschillen tussen de veroverde en tot slaaf gemaakte volkeren en de Europeanen, bracht de opkomende ideologie de sociaal-politieke status en de fysieke eigenschappen samen om zo een nieuwe vorm van sociale identiteit te scheppen. De leiders die voorstander waren van de slavernij onder de kolonisten formuleerden een nieuwe ideologie die alle Europeanen samenbond, zowel rijk als arm. Zo vormden ze een sociaal systeem waarin de verschillende groepen gerangschikt werden op basis van hun fysiek uiterlijk. Het model voor "ras" en "rassen" was de Great Chain of Being (= is een strikte hiërarchische structuur van alle materie en leven, dat door God verordend werd volgens het middeleeuwse christendom) of Scala Naturae, een semi-wetenschappelijke theorie van een natuurlijke hiërarchie van alle levende wezens, afgeleid van klassieke Griekse geschriften. De fysieke kenmerken van verschillende groepen werden markeringen of symbolen van hun status op deze schaal, en dit legitimeerde hun posities binnen het sociale systeem. De racistische ideologie verkondigde dat de sociale, spirituele, morele en intellectuele ongelijkheid van verschillende groepen net als hun fysieke eigenschappen : natuurlijk, aangeboren, geërfd en onveranderlijk waren.

Zo ontstond het enige slavenstelsel in de wereld dat exclusief 'raciaal' werd. Door eeuwigdurende dienstbaarheid te beperken tot Afrikanen en hun nakomelingen, verkondigden kolonisten dat zwarten voor altijd de bodem van de sociale hiërarchie zouden zijn. Door zwarten, indianen en blanken sociaal en ruimtelijk gescheiden te houden en endogame paring (binnen zijn clan of ras huwen) te handhaven, zorgden ze ervoor dat zichtbare fysieke verschillen behouden bleven als de belangrijkste insignes van ongelijke sociale status. Vanaf het begin draaide het woord “ras” rond scheiding en ongelijkheid. De attributen van inferieure ras-status werden zowel toegepast op vrije zwarten als op slaven. Op deze manier werd 'ras' geconfigureerd als een autonoom nieuw mechanisme van sociale differentiatie dat de slavenconditie oversteeg en bleef het bestaan als een vorm van sociale identiteit lang nadat de slavernij was beëindigd.

Mensen als Eigendom.

Amerikaanse slavernij was uniek op een andere manier; namelijk de manier waarop de Noord-Amerikaanse slaveneigenaren het eeuwenoude dilemma van alle slaafsystemen hadden opgelost. Slaven zijn zowel personen als dingen ---- menselijke wezens en eigendommen. Hoe behandel je een mens als persoon en eigendom? En wat zou voorrang krijgen, de mensenrechten van de slaaf of de eigendomsrechten van de meester? Amerikaanse wetten maakten duidelijk dat bezit heiliger was dan mensen, en dat de eigendomsrechten van meesters de mensenrechten van slaven overschaduwden. Hoofdrechter Roger B. Taney verklaarde hetvolgende in de beroemde Dred Scott-zaak van 1857: "Negers worden alleen gezien als eigendom, er werd nooit over hen gedacht of gesproken anders dan als eigendom en dus hadden de opstellers van de grondwet ook nooit de bedoeling gehad om hen ooit burgerschapsrechten toe te kennen. "

Om mensen uitsluitend in eigendom te transformeren, moet je die kwaliteiten minimaliseren die hen menselijk maken. Literatuur van het begin van de negentiende eeuw begon "de neger" te portretteren als een wilde in zelfs nog sterkere bewoordingen dan die welke twee eeuwen eerder voor de Ieren waren gebruikt. Dit was een grote verandering in het denken over de Afrikanen. Historicus George Fredrickson verklaart expliciet dat "vóór 1830 openlijke beweringen van permanente zwarte inferioriteit buitengewoon zeldzaam waren" (The Black Image in the White Mind, 1987). Tegen het midden van de eeuw domineerde de ideologie van 'negro inferioriteit' zowel het populaire als het wetenschappelijke denken.

Wetenschap en de rechtvaardiging voor “Rassen’.

Wat zo opvallend is aan de Amerikaanse ervaring bij het creëren van zo'n extreme opvatting van menselijke verschillen, was de rol die wetenschappers speelden bij het legitimeren van de volksideeën. Wetenschappelijke schrijvers probeerden wetenschappelijk te bewijzen dat 'de neger' een ander en lager soort mens was. De eerst gepubliceerde materialen die vanuit een wetenschappelijk perspectief beargumenteren dat "negers" een aparte soort waren van blanke mensen verschenen in het laatste decennium van de achttiende eeuw. Ze voerden aan dat negers een product waren van degeneratie van die eerste schepping, of zelfs volledig afstammelingen waren van een afzonderlijke creatie.

Amerikaanse intellectuelen hebben de categorieën van menselijke groepen die door Europese geleerden in de achttiende eeuw werden opgesteld, voor zich opgeëist en verhard, maar negeerden de voorzichtigheid van Blumenbach dat menselijke groepen onverschillig in elkaar overgaan, zodat het onmogelijk is om precieze grenzen om hen heen te leggen.

Toen Dr. Samuel Morton in de jaren 1830 het veld van ‘craniometrie’ initieerde, de eerste school van de Amerikaanse antropologie, kregen voorstanders van rasideologie de meest krachtige wetenschappelijke ondersteuning die ze tot dan toe hadden ontvangen. Met het meten van de binnenkant van schedels verzameld uit vele populaties, bood hij "bewijs" dat de neger een kleiner brein had dan blanken, met indianen ertussenin. Morton is ook beroemd geweest vanwege zijn betrokkenheid bij een grote wetenschappelijke controverse over de schepping.

Het bestaan van een wetenschappelijk debat over de vraag of zwarten en blanken producten waren van één enkele creatie, of van meerdere creaties, vooral in een samenleving gedomineerd door bijbelse verklaringen, lijkt mij abnormaal. Het geeft aan dat de verschillen tussen 'rassen' zo overdreven werden en overgemagnificeerd dat het populaire bewustzijn alreeds het idee had aanvaard dat zwarten een ander en inferieure mensensoort was. Het besluit van Rechter Taney weerspiegelde dit toen hij verklaarde: "de neger is van een andere bestaansorde." De rechten van slavenhouders op hun 'eigendom' werden dus in de wet gehandhaafd door een beroep te doen op de nieuw uitgevonden identiteit van volkeren afkomstig uit Afrika.

Wetenschappers werkten samen om populaire opvattingen te bevestigen, en er verschenen regelmatig publicaties die het 'bewijs' leverden dat het blanke publiek gerust stelde. Dat sommige sociale leiders zich bewust waren van hun rol bij het geven van geloofwaardigheid aan de verzonnen mythen, blijkt uit verklaringen zoals die gevonden in het Charleston Medical Journal na de dood van Dr. Morton. Er staat: "We kunnen alleen maar zeggen dat wij van het Zuiden hem als onze weldoener zouden moeten beschouwen, omdat hij materieel het meest heeft geholpen om de Neger zijn ware positie als inferieur ras te doen bekijken". George Gliddon, co-redacteur van een beroemd wetenschappelijk boek (Types of Mankind, 1854) beweerde dat Negers dichter bij apen stonden dan bij mensen en hij rangschikte alle andere groepen tussen Blanken en Negers. Hij stuurde een exemplaar van het boek naar een beroemde zuidelijke politicus , zeggend dat hij er zeker van was dat het Zuiden de krachtige steun zou waarderen die dit boek hen zou bezorgen voor hun "speciale instelling" (slavernij). Net als een ander beroemd boek (The Bell Curve, 1995) was dit een boek van 800 pagina's, waarvan de eerste editie direct uitverkocht was; het ging door negen andere edities vóór het einde van de eeuw. Wat het zei over de inferioriteit van zwarten werd algemeen bekend, zelfs door degenen die het niet konden lezen.

Tijdens discussies in de Amerikaanse Senaat over de toekomst van "de Neger" na de slavernij, riep James Henry Hammond in 1858 uit: "Iemand moet de laagste van de maatschappij zijn, de lagere taken uitvoeren, de dagelijkse sleur." Negers waren voorbestemd om de laagsten te zijn. Dit moest hun plaats zijn, een plaats die bewust voor hen werd geschapen door een maatschappij waarvan de culturele waarden het nu onmogelijk maakten om ze te assimileren. In de vele decennia na de (amerikaanse) burgeroorlog heeft de blanke maatschappij gigantische stappen gezet om 'de Neger op zijn plaats te houden'. Overheidsbeleid samen met de gewoonten en gebruiken van miljoenen Amerikanen brachten dit raciale wereldbeeld tot uitdrukking doorheen gans de twintigste eeuw.

Dit zijn enkele van de omstandigheden rond de oorsprong van het raciale wereldbeeld in Noord-Amerika. Rasideologie was een mechanisme dat rechtvaardigde wat al was vastgelegd als ongelijke sociale groepen. De bedoeling ervan was vanaf het begin, en nog vandaag, over wie toegang mocht krijgen tot privilege, macht, status en rijkdom, en wie niet. Daar het een nuttige politieke ideologie was voor veroveraars verspreidde het zich over de hele wereld in koloniale situaties. Het werd zelfs in de tweede helft van de 19e eeuw door sommige Europeanen tegen andere Europeanen afgekondigd en het bereikte zijn meest extreme ontwikkeling in de nazi-holocaust van de twintigste eeuw.

Alle antropologen dienen te begrijpen dat 'ras' geen intrinsieke relatie heeft met de menselijke biologische diversiteit, dat een dergelijke diversiteit een natuurlijk product is van voornamelijk evolutionaire krachten, terwijl 'ras' een sociale uitvinding is.

De volgende verklaring werd op 17 mei 1998 door het College van Bestuur van de American Anthropological Association aangenomen op basis van een concept opgesteld door een commissie van representatieve Amerikaanse antropologen. Het weerspiegelt niet een consensus van alle leden van de AAA, omdat individuen verschillen in hun benadering van de studie van 'ras'. We geloven wel dat het over het algemeen de hedendaagse denkwijzen en wetenschappelijke posities vertegenwoordigt van een meerderheid van antropologen.

In de Verenigde Staten zijn zowel wetenschappers als het grote publiek geconditioneerd om menselijke rassen te zien als natuurlijke en afzonderlijke scheidslijnen binnen de menselijke soort op basis van zichtbare fysieke verschillen. Met de enorme uitbreiding van de wetenschappelijke kennis in deze eeuw is het echter duidelijk geworden dat de menselijke populaties geen ondubbelzinnige, duidelijk afgebakende, biologisch verschillende groepen zijn. Bewijs van de analyse van genetica (bijvoorbeeld DNA) geeft aan dat de meeste fysische variaties, ongeveer 94%, ligt binnen de zogenaamde raciale groepen zelf. Conventionele geografische "raciale" groeperingen verschillen van elkaar voor slechts ongeveer 6% van hun genen. Dit betekent dat er meer variatie bestaat binnen één en dezelfde "raciale" groep dan tussen de verschillende groepen onderling. In naburige populaties bestaat er veel overlapping van genen en hun fenotypische (fysieke) uitdrukkingen. Door de geschiedenis heen, wanneer verschillende groepen met elkaar in contact kwamen, hebben ze zich onderling gekruist. Het voortdurend delen van genetisch materiaal heeft de hele mensheid uiteindelijk tot één enkele soort gemaakt.

Fysieke variaties van een bepaalde karakteristiek hebben de neiging om geleidelijk aan plaats te vinden in geografische gebieden dan plots op te duiken. En omdat fysieke eigenschappen onafhankelijk van elkaar worden geërfd, is het feit van één eigenschap te hebben niet bepalend om de aanwezigheid van andere eigenschappen te veronderstellen. De huidskleur varieert bijvoorbeeld sterk van bleek in de gematigde gebieden in het noorden tot donker in de tropische gebieden van het zuiden; de intensiteit van de huidskleur is echter niet gerelateerd aan de neusvorm of haartextuur. Een donkere huidskleur kan zowel geassocieerd worden met kroeshaar, of kroezend haar , krullend, golvend of steil haar, want die worden allemaal aangetroffen bij verschillende inheemse volkeren in tropische streken. Deze feiten maken elke poging om scheidslijnen vast te leggen tussen biologische populaties zowel willekeurig als subjectief.

Historisch onderzoek heeft aangetoond dat het idee van 'ras' altijd meer bijbedoelingen heeft ingehouden dan dat het ging om louter fysieke verschillen. Inderdaad, fysieke variaties in de menselijke soort hebben geen andere betekenis gehad dan het sociaal etiket die mensen erop plakten. Tegenwoordig beweren geleerden van vele vakgebieden dat "ras" zoals het wordt begrepen in de Verenigde Staten van Amerika, een sociaal mechanisme was, uitgevonden in de 18e eeuw, om te verwijzen naar de samengebrachte populaties in koloniaal Amerika: de Engelse en andere Europese kolonisten, de overwonnen Indiaanse volkeren, en die volkeren van Afrika die werden binnengebracht om slavenarbeid uit te voeren.

Vanaf het begin was dit moderne concept van 'ras' gemodelleerd naar een oude stelling van de ‘Great chain of Being’, die natuurlijke categorieën opstelde volgens een hiërarchie die door God of de natuur was vastgesteld. Dus "ras" was een manier van classificatie die specifiek gekoppeld was aan volkeren in de koloniale situatie. Het omvatte een groeiende ideologie van ongelijkheid die was ontwikkeld om de Europese houdingen en behandeling van de veroverde en tot slaaf gemaakte volkeren te rationaliseren. Voorstanders van de slavernij in het bijzonder tijdens de 19e eeuw gebruikten "ras" om het behoud van de slavernij te rechtvaardigen. De ideologie vergrootte de verschillen tussen Europeanen, Afrikanen en Indianen, vestigde een rigide hiërarchie van sociaal exclusieve categorieën, onderstreepte en versterkte ongelijke rang en statusverschillen, en verschafte de rationalisatie dat de ongelijkheid natuurlijk was of door God was gegeven. De verschillende fysieke eigenschappen van Afro-Amerikanen en Indianen werden markeringen of symbolen van hun statusverschillen.

Terwijl zij de Amerikaanse samenleving aan het opbouwen waren, fabriceerden Europese en Amerikaanse leiders de culturele/gedragskenmerken verbonden aan elk 'ras', waarbij ze superieure eigenschappen koppelden aan Europeanen en negatieve en inferieure eigenschappen aan Zwarten en Indianen. Talloze willekeurige en fictieve overtuigingen over de verschillende volkeren werden geïnstitutionaliseerd en diep verankerd in het Amerikaanse denken.

Vroeg in de 19e eeuw begonnen de groeiende wetenschapsgebieden het volksbewustzijn over menselijke verschillen te weerspiegelen. Verschillen tussen de "raciale" categorieën werden tot extreem uitersten geprojecteerd toen het argument werd aangevoerd dat Afrikanen, Indianen en Europeanen afzonderlijke soorten waren, waarvan de Afrikanen het minst menselijk en taxonomisch dichterbij de apen stonden.

Uiteindelijk werd 'ras' als een ideologie over menselijke verschillen verspreid naar andere delen van de wereld. Het werd een strategie voor het verdelen, rangschikken en controleren van gekoloniseerde mensen die overal door koloniale machten werden gebruikt. Maar het was niet beperkt tot de koloniale situatie. In het laatste deel van de 19e eeuw werd het door Europeanen gebruikt om elkaar te rangschikken en sociale, economische en politieke ongelijkheden tussen hun eigen volkeren te rechtvaardigen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen de nazi's onder Adolf Hitler eraan met hun uitgebreide ideologie over “ras” en raciale verschillen en kwam het aan zijn logisch einde: de uitroeiing van 11 miljoen mensen van zogezegde 'inferieure rassen' (onder anderen van Joden, zigeuners, Afrikanen , homoseksuelen, enzovoort) en andere onuitsprekelijke brutaliteiten van de holocaust.

"Ras" evolueerde dus als een wereldbeeld, als een verzameling vooroordelen die onze ideeën over menselijke verschillen en groepsgedrag heeft misvormd. Raciale overtuigingen vormden mythen over de diversiteit in de menselijke soort en over de capaciteiten en het gedrag van mensen die in 'raciale' categorieën werden gehomogeniseerd. Deze mythen versmolten gedrag met fysieke kenmerken in de publieke opinie, waardoor ons begrip van zowel biologische variaties als cultureel gedrag werd beperkt, vooral als het impliceert dat beide genetisch bepaald zijn. Raciale mythen houden geen verband met de realiteit van menselijke vermogens of gedrag. Wetenschappers van vandaag vinden dat vertrouwen gehad te hebben in dergelijke volksovertuigingen over menselijke verschillen geleid heeft tot ontelbare fouten in onderzoek.

Aan het einde van de 20e eeuw begrijpen we nu dat menselijk cultureel gedrag wordt aangeleerd, geconditioneerd bij baby's vanaf de geboorte en altijd onderhevig is aan wijzigingen. Geen mens wordt geboren met een ingebouwde cultuur of taal. Onze temperamenten, disposities en persoonlijkheden, ongeacht genetische aanleg, worden ontwikkeld binnen sets van betekenissen en waarden die we 'cultuur' noemen. Studies over het aanleren en het gedrag van baby's en jonge kinderen bevestigen de realiteit dat het onze culturen zijn die vormen wie we zijn.

Het is een basisprincipe van de antropologische wetenschap dat alle normale mensen het vermogen hebben om eender welk cultureel gedrag aan te leren. De Amerikaanse ervaring met immigranten van honderden verschillende taal- en culturele achtergronden die elk een versie verworven hebben van de Amerikaanse cultuurkenmerken en gedrag zijn hiervan het duidelijkste bewijs. Bovendien hebben mensen van alle fysieke variaties verschillende culturele gedragingen aangeleerd en blijven dit doen, omdat modern vervoer miljoenen migranten over de hele wereld doet bewegen.

Hoe mensen worden geaccepteerd en behandeld in de context van een bepaalde samenleving of cultuur, heeft een directe impact op de wijze waarop ze presteren in die samenleving. Het 'raciale' wereldbeeld werd uitgevonden om sommige groepen een eeuwigdurende lage status toe te wijzen, terwijl anderen toegang kregen tot privileges, macht en rijkdom. De tragedie in de Verenigde Staten was dat het beleid en de praktijken die voortvloeiden uit dit wereldbeeld maar al te goed slaagden in het opbouwen van ongelijke bevolkingsgroepen onder Europeanen, inheemse Amerikanen en mensen van Afrikaanse afkomst. Gegeven wat we weten over het vermogen van normale mensen om binnen welke cultuur dan ook eender welke functie te kunnen verwezenlijken, concluderen we dat hedendaagse ongelijkheden tussen zogenaamde "raciale" groepen geen gevolgen zijn van hun biologische erfenis, maar wel producten zijn van historische en hedendaagse sociale, economische, educatieve en politieke omstandigheden.

Nota:

For further information on human biological variations, see the statement prepared and issued by the American Association of Physical Anthropologists, 1996 (AJPA 101:569-570).

Zie ook in het Nederlands :‘Ras is geen natuurlijke indeling’       https://www.nrc.nl/nieuws/2015/12/14/ras-is-geen-natuurlijke-indeling-1570016-a261088

Hoe ontwikkelden Europeanen een blanke huid?

Door Ann Gibbons – 2 April 2015

 

ST. LOUIS, MISSOURI - De meesten van ons zien Europa als het voorouderlijk huis van blanke mensen. Maar een nieuwe studie toont aan dat de bleke huid, evenals andere eigenschappen zoals de lengte en het vermogen om melk als volwassenen te verteren, relatief recent op het grootste deel van dit continent zijn aangekomen. Het werk, hier vorige week gepresenteerd op de 84e jaarlijkse bijeenkomst van de American Association of Physical Anthropologists, biedt dramatisch bewijs van de recente evolutie in Europa en toont aan dat de meeste moderne Europeanen niet veel lijken op die van 8.000 jaar geleden.

De oorsprong van Europeanen is het afgelopen jaar scherp in beeld gekomen omdat onderzoekers het genoom van oude populaties in numerische volgorde hebben gebracht in plaats van slechts een paar individuen. Door belangrijke delen van het DNA te vergelijken tussen de genomen van 83 individuen uit de oudheid, gevonden op archeologische plaatsen in heel Europa, meldde het internationale team van onderzoekers eerder dit jaar dat Europeanen vandaag een mix zijn van de vermenging van ten minste drie oude populaties jagers/plukkers en boeren die in de afgelopen 8.000 jaar in afzonderlijke migraties naar Europa zijn verhuisd. De studie onthulde dat een massale migratie van Yamnaya-herders uit de steppen ten noorden van de Zwarte Zee de Indo-Europese talen ongeveer 4.500 jaar geleden naar Europa hebben gebracht.

Nu, een nieuwe studie van hetzelfde team gaat dieper in op die opmerkelijke gegevens om te zoeken naar genen die een sterke natuurlijke selectie hadden - inclusief eigenschappen die zo gunstig zijn dat ze zich in de afgelopen 8.000 jaar snel door heel Europa verspreiden. Door de oude Europese genomen te vergelijken met die van recente genen uit het “1.000 Genomen Project”, vond bevolkingsgeneticus Iain Mathieson vijf genen die verband hielden met veranderingen in voeding en huidpigmentatie die een sterke natuurlijke selectie hadden ondergaan. {Iain Mathieson is een postdoc (wetenschappelijk onderzoeker) van de Harvard Universeit die in het labo werkt van populatiegeneticus David Reich.}

Ten eerste volgens een poster, bevestigden de wetenschappers een eerder rapport dat de jagers-plukkers in Europa de suikers in melk zo’n 8.000 jaar geleden niet konden verteren. Ze merkten ook een interessante wending op: de eerste boeren konden ook geen melk verteren. De boeren die ongeveer 7.800 jaar geleden uit het Nabije Oosten kwamen en de Yamnaya-veehouders die 4.800 jaar geleden uit de steppen kwamen, misten de versie van het LCT-gen (Lactase gen) waarmee volwassenen suikers in melk kunnen verteren. Het is pas vanaf +/- 4.300 jaar geleden dat lactose tolerantie zich over gans Europa verspreidde.

Als het gaat om de huidskleur, vond het team op verschillende plaatsen een evolutionair lappendeken en drie afzonderlijke genen die een lichte huid produceren die een complex verhaal vertellen over hoe de huid van Europa de afgelopen 8.000 jaar veel lichter is geworden. De moderne mensen die vanuit Afrika kwamen om zich ongeveer 40.000 jaar geleden in Europa te vestigen, worden verondersteld een donkere huid te hebben gehad, wat voordelig is in de zonnige breedtegraden. Daarbovenop bevestigen de nieuwe gegevens dat ongeveer 8.500 jaar geleden vroege jager-plukkers in Spanje, Luxemburg en Hongarije ook een donkerdere huid hadden: ze misten echter versies van twee genen -SLC24A5 en SLC45A2 -waardoor depigmentatie ontstond en vandaar komt de bleke huid bij de hedendaagse Europeanen.

Maar in het verre noorden, waar lage lichtniveaus een bleke huid bevoordelen, vond het team een ander beeld bij de jager-plukkers: er waren zeven mensen gevonden op de 7.700 jaar oude archeologische site van Motala in Zuid-Zweden die ook de lichte huidgenvarianten, SLC24A5 en SLC45A2 hadden. Ze hadden echter nog een derde gen, HERC2/OCA2, dat blauwe ogen veroorzaakt en dat ook nog kon bijdragen aan een lichtere huid en blond haar. Dat wil zeggen dat de oude jagers-plukkers uit het verre noorden al bleek en blauwogig waren, maar dat die van Midden- en Zuid-Europa nog een donkerdere huid hadden.

Vervolgens arriveerden de eerste boeren uit het Midden-Oosten in Europa; ze hadden beide genen voor een lichte huid. Door het feit dat ze zich kruisten met de inheemse jager-plukkers, begon een van hun lichthuid-genen zich door Europa te verspreiden, zodat de Midden- en Zuid-Europeanen ook een lichtere huid begonnen te krijgen. De andere genvariant, SLC45A2, bevond zich tot ongeveer 5.800 jaar geleden op een laag niveau toen het zich plots met grote snelheid begon te verspreiden.

Het team volgde ook complexe eigenschappen, zoals lengte, die het resultaat zijn van de interactie van vele genen. Ze ontdekten dat (natuurlijke) selectie zo’n 8.000 jaar geleden een groot aantal genvarianten die betrekking hadden op de lichaamslengte sterk begunstigden in Noord- en Midden-Europa, met daarna een stimulans van de Yamnaya-migratie zo’n 4.800 jaar geleden. De Yamnaya bezitten het grootste genetische potentieel om een hoge lichaamslengte te bereiken in vergelijking met alle andere volkeren, wat consistent is met de metingen van hun oude skeletten. Volgens een document dat gepubliceerd werd op de bioRxiv preprint-server zou daartegenover (natuurlijke) selectie zo’n 8.000 jaar geleden kleinere mensen bevorderd hebben in Italië en Spanje. Vooral Spanjaarden werden zo’n 6.000 jaar geleden kleiner in gestalte, misschien als gevolg van aanpassing aan koudere temperaturen en een slecht voedingspatroon.

Verrassend genoeg vond het team geen immuungenen onder intense selectie, wat in tegenspraak is met de hypotheses dat ziekten zouden zijn toegenomen na de ontwikkeling van de landbouw

Het artikel geeft niet aan waarom deze genen mogelijk zo'n sterke selectie hebben ondergaan. Maar de waarschijnlijke verklaring voor de pigmentatiegenen is het maximaliseren van de vitamine D-synthese, zei paleoantropoloog Nina Jablonski van de Pennsylvania State University (Penn State), University Park, terwijl ze naar de resultaten van de poster keek tijdens de bijeenkomst. Mensen die op de noordelijke breedtegraden wonen, krijgen vaak niet genoeg UV om vitamine D in hun huid te synthetiseren. Daardoor heeft natuurlijke selectie twee genetische oplossingen begunstigd voor die probleemafhankelijke bleke huid, die UV efficiënter absorberen of de tolerantie voor lactose verdragen om de suikers te kunnen verteren en de vitamine D die van nature in melk wordt aangetroffen. "Wat wij dachten dat een vrij eenvoudig beeld was van de opkomst van een pigmentloze huid in Europa, werd een opwindend lappendeken van selectie dat ontstond toen de populaties zich gingen verspreiden naar de noordelijke breedtegraden," zegt Jablonski. "Deze gegevens zijn leuk omdat het laat zien hoeveel evolutie er recent heeft plaatsgevonden.

Antropologisch geneticus George Perry, ook van Penn State, merkt op dat het werk onthult hoe het genetisch potentieel van een individu wordt gevormd door zijn dieet en de aanpassing aan zijn leefgebied. "We krijgen nu een veel gedetailleerder beeld van hoe ‘selectie’ werkt."

Albinos—Oorsprong van het Kaukasische Ras?

Onderzoek wijst uit dat mensen met een witte huid een relatief recente toevoeging zijn aan het menselijke ras dat 8.000 jaar geleden op dat continent arriveerde. De oorspronkelijke migranten die in Europa ongeveer 40.000 jaar geleden zijn aangekomen vanuit Afrika waren veel donkerder. Toen mensen eenmaal naar het noorden verhuisden, pasten ze zich aan hun nieuwe klimaat en omgeving aan. Aanpassing is het evolutionaire proces waarbij een organisme beter in staat is om te leven in zijn omgeving of omgevingen. Aanpassing is een fenotypische (behorend tot het uiterlijke) of adaptieve eigenschap die wordt onderhouden en evolueert via natuurlijke selectie. Mensen reproduceren in ISOLATIE; dus gaan ze meer van hun eigen soort creëren. Als de mensheid in Afrika zou zijn ontstaan, waarom zou dat dan ook niet de bakermat zijn van witte, gele en bruine mensen?

Albinisme bij de mens wordt beschouwd als een aandoening die wordt gekenmerkt door de volledige of gedeeltelijke afwezigheid van pigment in huid, haar en ogen. Albinisme resulteert uit overerving van recessieve gen-allelen en is bekend als een aandoening die alle gewervelde dieren treft, inclusief mensen. Het is het gevolg van afwezigheid of defect van tyrosinase, een koperbevattend enzym dat betrokken is bij de productie van melanine. Het albinisme-syndroom vertoont parallellen met sikkel-celanemie. De drager van de sikkelcelmutatie heeft een voordeel in gebieden waar malaria hyperendemisch is, iets wat voorkomt o.a. in grote delen van Afrika.

De R haplogroup komt veel voor in Europa, West-Azië en het Indiase subcontinent, en bij degenen wiens afkomst binnen deze regio's ligt. Het komt ook voor in Noord- en Sub-Sahara Afrika. De verdeling is opvallend verschillend voor de twee grote sublades R1a en R1b. In menselijke genetica is Haplogroup R een Y-chromosoom DNA-haplogroep, een subgroep van haplogroep P, gedefinieerd door de M207-mutatie. Men denkt dat deze haplogroep ongeveer 26.800 jaar geleden is ontstaan, ergens in Centraal-Azië of Zuid-Azië, waar zijn voorouder Haplogroup P meestal wordt aangetroffen op polymorfe (veelvormig) frequenties. Cambridge University geneticus Kivisild et al. (2003) suggereert dat Zuid- en West-Azië mogelijk de bron zijn van deze haplogroep: gezien de geografische spreiding en STR-diversiteit van zusterbedekkers R1 en R2, waarvan de laatste beperkt is tot India, Pakistan, Iran en Zuid-Centraal Azië, is het mogelijk dat Zuid- en West-Azië de bron waren voor R1- en R1a-differentiatie.

Wanneer er veel nieuwe informatie binnenstroomt, is het nodig om de theorieën die ooit in voege waren opnieuw te overwegen. De oorsprong en het bestempelen van de zogenaamde “Kaukasische, Negroïde en Mongoloïde Rassen” door 19e-eeuwse wetenschappers, vormde de basis om rassengroepen te klasseren volgens huidskleur voor natuuronderzoekers en antropologen zoals Johann F. Blumenbach, JA Gobineau en HS Chamberlain. Deze mannen hebben huidskleur ook verbonden aan een psychologische waarde en de belangrijkheid van ieder ras. Blumenbach noemde blanken naar de bergen van de Kaukasus omdat hij dacht dat de zuiverste blanke mensen daar vandaan kwamen. Hij leek zich het volgende niet te realiseren:

Rusland, Tsjetsjenen, Armeniërs en andere zuidelijke Russen werden veronderstelt hun oorsprong te hebben bij de zwarte volkeren en mensen uit de Kaukasus werden ooit als "zwart" geclassificeerd. Sinds de prehistorie hebben er zwarte mensen in Zuid-Rusland geleefd en hebben ze de Zwarte Zee regio bezet sinds de tijd van Senwosret/Sesostris (2.000 v. Chr.) toen Afrikanen deze regio domineerden. (ZIE 'HERODOTUS' OVER DE COLCHIANS).

De American Anthropological Association verklaart dat er niet zo iets bestaat als een “ras” dat geen 'sociale constructie' is. Als dat het nieuwe wetenschappelijke principe is, dan zijn er wel tal van wetenschappelijke feiten die dit principe ondersteunen. Volgens het Zuid-Afrikaanse instituut voor medisch onderzoek in het tijdschrift Journal of South African Science biedt DE HOGE FREQUENTIE VAN ALBINISME IN AFRIKA meer aanwijzingen voor de vroege Afrikaanse geschiedenis. Het Departement voor Menselijke Erfelijkheid van het SAIMR is momenteel betrokken bij tal van onderzoeksprojecten, die het meest gerelateerd zijn aan menselijke genetische afwijkingen en populatie-oorsprong - een daarvan, 'Albinisme in Afrikaanse volkeren', heeft bijzondere aandacht gekregen omdat het nieuwe inzichten in de historische beweging biedt van mensen in sub-Sahara Afrika.

Ongeveer één op de 35 Zuid-Afrikaanse zwarten is drager van een albinisme-mutatie, een verrassend hoge prevalentie voor een genetische stoornis waarbij de homozygoot een overlevingsnadeel heeft. Er wordt verondersteld dat de drager van albinisme een voordeel kan hebben, mogelijk ook tegen malaria als selectief middel. Er is gesuggereerd dat muggen minder snel afdalen en bloed opnemen van een persoon met een lichtere huid, waardoor de albinismedrager mogelijk een voordeel heeft ten opzichte van mensen met een donkere huidskleur. Het testen van deze hypothese opent een nieuwe lijn van onderzoek naar malariastudies, die mogelijk nog andere selectieve agenten zullen openbaren die verantwoordelijk kunnen zijn voor de hoge frequentie van albinisme in Afrika.

De nieuwe wetenschappelijke genetische informatie afgeleid van het ‘Human Genome Project’, dat een internationale poging is om de informatie te ontcijferen dat ingebed is in het menselijk genoom, bevestigden hetvolgende aan de wereld via wetenschappers in de Oostelijke Kamer van Het Witte Huis (juni 2.000).

We zijn allemaal geëvolueerd tijdens de laatste 100.000 jaar vanuit hetzelfde kleine aantal stammen dat emigreerde vanuit Afrika en die de wereld hebben gekoloniseerd. "Alle mensen zijn voor 99,99% hetzelfde op DNA-niveau en de resterende 0,1% genetische variatie scheidt zich zelden zo af dat ze zou overeenkomen met de raciale grenzen die werden opgebouwd via sociaal-politieke middelen. "

Vele jaren al, zelfs van voor de aankondiging door het “Human Genome Project” over hun historische DNA-bevindingen(in juni 2000) betreffende wat men "ras"  noemde, hadden historici al onthuld dat mensen tijdens het primitieve tijdperk in het oude/antieke Afrika - de Oorsprong van de Mensheid -  door gebrek aan kennis over inteelt (tussen nauw verwante ouders) niet begrepen waarom hun nakomelingen met een ‘blanke huid' werden geboren. Wetenschappers beweren dat: de "Blanke huid" een vorm van albinisme is (een genetisch defect nageslacht -waarbij melanine ontbreekt).

Cystic Fibrosis werd verondersteld een ziekte te zijn die vooral Europeanen trof, maar er zijn studies die nu bevestigen dat de meest waarschijnlijke oorsprong van deze mutatie het Afrikaanse continent is.

De CF-onderzoeken sluiten ook aan bij onderzoek naar bevolkingsmigratie. Omdat de gewone Afrikaanse mutatie ook in Zambia en Cameroun is gevonden, ondersteunt het ook de Bantoe Expansie Hypothese. Het is vermeldenswaard dat deze mutatie ook werd aangetroffen bij Afro-Amerikanen, in Saoedi-Arabië en in Griekenland op dezelfde chromosoomachtergrond (haplotype), wat duidt op één enkele oorsprong. De meest waarschijnlijke oorsprong van deze mutatie is inderdaad het Afrikaanse continent.

Cystic fibrosis (CF) werd voor het eerst beschreven in Europa in de late jaren 1930. Later bleek dat het verrassend vaak voorkwam, gemiddeld één op de twintig individuen van Europese oorsprong waren drager van een CF-mutatie. Het werd algemeen aangenomen dat het afwezig of zeer zeldzaam was bij zwarte Afrikanen en dit werd zo onderwezen aan generaties medische studenten. Slechts een paar gevallen werden beschreven bij Afrikaanse Zwarten op een periode van meer dan dertig jaar, hoewel dit goed gedocumenteerd was onder Afro-Amerikanen. CF werd oorspronkelijk verondersteld aanwezig te zijn bij de laatsten vanwege hun vermenging met individuen van Europese afkomst.

Oculocutaan albinisme (OCA) is een zeldzame, genetisch overgeërfde aandoening die door beide ouders wordt doorgegeven aan hun nakomelingen, resulterend in een significante afname of afwezigheid van pigmentatie in het haar, de huid en de ogen bij de geboorte. Mensen met albinisme hebben een lichte huid, blond haar met (meestal) blauwe ogen die bij felle verlichting tonen van paars of rood kunnen aannemen.

Maar door een gebrek aan kennis over de oorzaak van de "blanke huid" van hun nakomelingen, werden Afrikaanse moeders en vaders steeds angstiger en wantrouwig waardoor ze hun groeiend aantal "blanke huid" nakomelingen begonnen te scheiden van hun "zwarte (gepigmenteerde)” populatie.

Uiteindelijk vormden de meeste "Blank huidige" nakomelingen van "Afrikaanse" ouders verschillende groepen en begonnen ze noordwaarts door Egypte te migreren naar een ander gebied van Afrika dat nu Europa wordt genoemd, op zoek naar een meer gastvrije leefomgeving en om te ontsnappen aan de intensiteit van het equatoriale hete klimaat van de grote riviervalleien en de grote merenregio van Centraal-, Oost- en Zuidelijk Afrika, dat toen en nog steeds ten zuiden ligt van wat nu Egypte wordt genoemd.

De 'albino'-groep trok zich op in het bergachtige gebied tijdens de Ijstijd, die duizenden jaren duurde en isoleerde zich verder van hun oorspronkelijke ouderpopulatie in Afrika. En door zo'n lange periode in zo'n geïsoleerde leefomgeving te leven, hebben ze ook onderling gekruist (binnen de bestaande oudergroepen) waardoor ze extra "albino" -kinderen creëerden van "albino" -moeders en -vaders die toen en nog steeds directe afstammelingen waren van Afrikaanse moeders en vaders .

Een mutatie resulteert in een verandering van de DNA-sequentie binnen een gen of chromosoom van een organisme, wat resulteert in de creatie van een nieuw karakter of eigenschap die niet wordt teruggevonden in het oudertype. Er is blond haar onder de zwarte Australische aboriginals. Dat is een voorbeeld van een mutatie. Albinisme is een goed voorbeeld van een mutatie. Andere voorbeelden van mutaties zijn blondisme of witheid bij apen en chimpansees.

Genetische analyse stelt wetenschappers in staat om de geografische afkomst van een persoon te schatten door gebruik te maken van voorgeslacht-informatieve markers, en door inferentie de waarschijnlijke raciale categorie waarin ze zullen worden geclassificeerd in een bepaalde samenleving. Op die manier is er een duidelijke statistische correlatie vast te stellen tussen genfrequenties en raciale categorieën. Alle populaties zijn genetisch divers en er bestaat een complexe relatie tussen afkomst, genetische make-up en fenotype (uiterlijke kenmerken).

Raciale categorieën zijn slechts gebaseerd op subjectieve evaluaties van uiterlijke kenmerken want er bestaat geen specifiek gen dat kan worden gebruikt om het ras van een persoon te bepalen.

Geografische analyses proberen de plaatsen van herkomst te vinden, hun relatieve belang en de mogelijke oorzaken te identificeren van genetische variatie in een gebied. Deze resultaten kunnen worden gepresenteerd als kaarten met genetische variaties. Cavalli-Sforza en collega's beweren dat als genetische variaties worden onderzocht, deze vaak overeenkomen met bevolkingsmigraties als gevolg van nieuwe voedselbronnen, verbeterd transport of verschuivingen in de politieke macht. In Europa komt de belangrijkste richting van genetische variatie bijvoorbeeld overeen met de verspreiding van de landbouw uit het Midden-Oosten naar Europa tussen 10.000 en 6.000 jaar geleden. Een dergelijke geografische analyse werkt het best bij afwezigheid van recente grootschalige, snelle migraties.

Posted in: Archaeology Biology Europe Evolution Human Evolution

doi:10.1126/science.aab2435

Van : http://www.sciencemag.org/news/2015/04/how-europeans-evolved-white-skin

Einde

MEZZA VERDE GROEP.

http://www.mezzaverde.com